Al wandelend door Kethel met buren van heel lang geleden. In hun jeugd verhuist over het hele land en dan kom je op een leeftijd dat je je geboortedorp gaat bezoeken en dan hoor ik graag de verhalen en bekijk de foto’s van vroeger.
Een oorlogsverhaal: Postbesteller Jacob Quartel, die onlangs een straatnaam in Kethel heeft gekregen. Jacob had een bedlegerige vrouw. Het gezin woonde aan de Schiedamseweg. Zij lag altijd voor het raam aan de straatzijde en als kind zwaaide je haar gedag. Dat deed zij ook in de oorlog, maar als er onraad was dan deed zij haar duim naar beneden, zodat men zich desgewenst verbergen kon.
De Kethelse journalist: Leen de Bruin en zijn vrouw Sien. Leen was huisschilder en schreef ook stukjes voor het Rotterdams Nieuwsblad over Kethelse gebeurtenissen. Leen legde overal zijn oor te luisteren en had hij genoeg informatie dan stuurde hij het naar de krant. Leen zijn bijnaam was ‘Gogemakkelijk’ zijn vrouw noemde wij opoe Sien.
Achter het huis van Leen en Sien woonde de familie Bikker. Wij, Kethelse kinderen, vonden mevrouw Bikker geweldig interessant, een kleine vrouw met aan haar linkerbeen een verhoogde schoen, ondanks de verhoging bleef zij ongelukkig lopen.
Familie van der Maat: zij woonden tegenover ons met kinderen van onze leeftijd. Zij katholiek en wij hervormd, dus bij elkaar thuis kwam je niet in de jaren vijftig, maar we speelden altijd met elkaar buiten. Moeder Ploon van het gezin van der Maat is al eerder in Kethel komen wonen met haar ouders en broers. Haar ouders werden Poe en Ta genoemd door mijn ouders.
Zelfs een bloemenzaak Flora van meneer Voogt hadden wij in onze buurt, ver voor mijn tijd.
Beste Hanny, dank je wel voor je reactie. Er staan al ontzettend veel stukjes op mijn website, dus moet ik voorzichtig zijn om niet in herhaling te vallen, maar zodra ik een Kethels verhaal in mijn hoofd heb, dan plaats ik het op mijn website.
Groeten Adrie
heerlijk om te lezen , hopelijk komen er nog meer stukjes