De wandeltocht door Kethel met de huisartsengroep van de Kerklaan inspireerde mij om de geschiedenis van de huisartsen en de daarmee samenhangende gezondheidszorg in Kethel eens op een rijtje te zetten.
In 1700 werd er gesproken over de heelmeesters of de chirurgijn. Voor het eerst in Kethel komen we in 1720 de naam Jan Wittel als chirurgijn tegen, zijn opvolger Adriaen van Neck (1734), daarna in 1757 Wijnand van Barneveld, hij deed ook knippen en scheren oftewel de ‘baardenschrapper’. In 1804 Cornelis van der Snoek, zijn opvolger was S. de Klerck, maar helaas werd zijn contract niet verlengd, want hij keek nog wel eens ‘te diep in het glaasje’. In 1832 vestigde heel- en vroedmeester Joh. de Ronde zich in Kethel en zijn huis kunnen we nog steeds bewonderen als we vanaf de Kerkweg Kethel binnenkomen aan de rechterkant.
Eind 1800 wordt het toch tijd dat er een afgestudeerd huisarts in Kethel komt, het is lastig want menig arts wil zijn carrière niet beginnen in een dorp. Maar op 18 januari 1896 volgt de benoeming van Gabriel Sauer, geboren in Wemeldingen. Hij trouwt in Kethel met de dochter van graanmolenaar Bregman, Dirkje. Als voorwaarde stelde dokter Sauer dat er een behoorlijk doktershuis voor hem zou komen. In 1899 betrekt hij de woning in het Noordeinde waar hij ook zijn huisartsenpraktijk uitoefende, waaronder ook het trekken van tanden en kiezen.
In 1938 overleed dokter Sauer en zijn opvolger is de Rotterdamse huisarts Piet van der Kuij, hij betrok met zijn vrouw de dokterswoning waar ook hij praktijk hield. Piet van der Kuij had niet het idee lang in Kethel te blijven, een paar jaar ervaring opdoen in het dorp en dan naar een mooie gemeente elders. Het liep anders de oorlog kwam er tussen en na die tijd was hij verknocht aan Kethel en is hij tot zijn dood in 1970 in Kethel gebleven. Zijn graf kan men nog altijd bezoeken op de begraafplaats van de Hervormde Kerk in Kethel. De opvolger van dokter van Kuij was Ruud van der Veer, een vooruitstrevende arts en hij bracht vele vernieuwingen aan, zijn spreekuur ging op afspraak en hij verhuisde al snel met de praktijk naar de Schiedamseweg en ging al spoedig samenwerken met een ‘vrouwelijke’ arts mevrouw van Hasselt-van den Berg, wat menig dorpspraatje opleverde.
Eind jaren tachtig stopte dokter van de Veer met werken en volgde dokter de Rijcke hem op. De huisartsenpraktijk aan de Schiedamseweg werd te klein en er werden andere eisen gesteld aan een groepspraktijk. De praktijk verhuisde naar de Kerklaan, een multifunctioneel gebouw en waar wij als bekende nog steeds, na bijna 25 jaar, dokter de Rijcke tegenkomen. Waar nu de groepspraktijk was voor de jaren vijftig uitsluitend de Kethelvaart en daaromheen de landerijen van de boeren in Kethel.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.