In 1957 kwam er in Kethel een flink pak sneeuw naar beneden. De zusjes Corrie en Adrie probeerden van de verse sneeuw een sneeuwpop te maken.
Slijterij-Wijnhandel ‘De Vriendschap’
Op de Kerklaan 6 is al meer dan een eeuw lang een uitspanning en zalencentrum gevestigd.
Café De Vriendschap, Slijterij en Wijnhandel van Jan C. de Bruin (1917) met feestzaal voor bruiloften en partijen. Zo vond ik een bonnetje in ons archierf.
1940
Maar ‘De Vriendschap’ was ook geschikt voor toneeluitvoeringen van o.a. de onderwijzersorganisaties en Kethelse scholen. In het zaaltje werden speelfilms vertoond voor jongelui. Men kon de zaal huren voor vergaderingen en bijeenkomsten. Zoals hieronder voor de Singer-knipcursus voor huisvrouwen.
Na Jan de Bruin heeft de heer Linschoten de slijterij en het café overgenomen. Hierna werd zijn dochter Tini met haar man, Daan Hamerslag, eigenaar. Het café heette toen ‘Oude Snik’, maar in Kethel werd ook gesproken over ‘we gaan even naar Daan’.
1955
In 2007 heet het ‘Café De Halve Maan’ met buitentarras en eetgelegenheid.
2007
Kethelse taalgebruik?
In de boeken van Jaap de Raat spreekt hij nog weleens over typisch Kethels taalgebruik. Zoals voor het dorp spreekt hij over ‘t’durp’. Voor zomer zegt hij ‘zeumer’, hooivork wordt ‘hooivurk’, herfst wordt ‘hurfst’, timmerman wordt ‘tummerman’ , bezorgen wordt ‘bezurgen’, zondag wordt ‘sundag’, werf wordt ‘wurf’.
Weliswaar ben ik in vergelijking met Jaap de Raat nog een jonge Kethelse en geboren midden in het dorp, maar van bovenstaande woorden waarin veelal de ‘u’ of ‘eu’ gebruikt worden, gebruikten wij thuis niet. Ik denk dat het toch meer familiegebruiken waren.
Uiteraard voerden wij ook bepaalde spreektaal, maar of het typisch Kethels is…….
Abuis = verkeerd of fout
Blesselaan = Laan van Bol’es
De Pil = De dokter
Rooms = Katholiek
Om alle Pieten, Jannen en Keezen en de daarbij behorende bekende achternamen als De Vette’s, Lansbergen’s, Van Millen’s, Jongste’s, Van der Eijken enz. uit elkaar te houden werden daarvoor ook bijnamen verzonnen vaak gerelateerd aan hun beroep of straat of erf waar zij woonden of ze lang, kort, dik, dun, scheel of mank waren.
Kippenbrug
De Quakel- of Kwakelburg in de volksmond de Kippenbrug, een loopbrug over de Poldervaart bij het buurtschap ’t Windas. Om de polder gemotoriseerd te bereiken moest men via de Kerklaan terug over het dorp de Kerkweg over rechtsaf naar de Joppelaan over de Jacobusbrug. Uit tijdsbesparing probeerde menigeen de ‘Kippenbrug’ per fiets of brommer over te gaan, wat hun een zeer stuitje of nat pak bezorgden. Tot 1938 kon men als voetganger aan het eind van de Kerklaan de trein nemen naar Delft of Rotterdam, halte Kethel Kerklaan
1956
1960
1976
In 2007 is de brug verdwenen, er zijn rondom ’t Windas mooie fietspaden gekomen naar diverse richtingen, alleen kan men niet meer over de spoorlijn Kerklaan deze is afgesloten voor alle weggebruikers.
Dorpsroddel
In ieder dorp is wel een hangplek voor ouderen in het heden en verleden waar de laatste dorpsnieuwtjes worden en werden uitgewisseld.
De ambachtsbrug rond 1900
1925 2007
In 1925 was links van de Kerklaan de Ambachtsbrug met de ambachtsbank of ‘klapbank’ om de laatste dorpsroddels door te nemen. Nu, in 2007, staat er de kille rode brievenbus en spoed de tijd zich voort, geen tijd voor een praatje.
Als kind herinner ik mij, dat de brug en bank waren verdwenen, dat door de kromming in de Kerklaan naar de Schiedamseweg er nog wel eens een mens of dier in de Kerklaanvaart belandden en door dorpsgenoten gered moesten worden.
Trouwens in de jaren 60 en 70 stond naast de winkel van Piet van Beurden een houten bankje (het leugenaarsbankje) waar heel wat af gedebateerd werd.
1970 1975
Rond Schiedamseweg 7
Over de Schiedamseweg valt veel te vertellen. Nu een stukje aan de rechterzijde als men het dorp inkomt.
Op 8 mei 1853 is een groot deel van Kethel dorp door brand verwoest. Het huizencomplex Schiedamseweg is herbouwd.
1905
1958
Het huizencomplex was bereikbaar door een bruggetje. De sloot is rond 1955 verwijderd omdat Kethel dorp aangesloten werd op het riool.
2007
De Hooibouw
We blijven nog even hangen in de zomer van de vijftiger jaren rond de dorpsboerderij in Kethel.
Rond de maand april gingen de koeien van het stal naar het land. De hooiberg was na een lange winter leeg gegeten.
Maar moest voor de komende winter weer aangevuld worden. Het gras op het land ging groeien. Er werd een apart stuk land voor het hooiland gebruikt, er mocht zeker vier tot zes weken geen mens inkomen. Het gras werd gemaaid, eerst handmatig met de zeis, in latere jaren huurde men een loonwerker die het gras met de machine maaide. Nu moest flink de zon gaan schijnen om het gras te laten drogen. Het bijna hooi moest geschud worden en aan oppers gezet worden. Hier kwam heel wat handwerk aan te pas en ieder die de boer wat wilde helpen was meegenomen. Het moment was gekomen, dat het hooi goed bevonden werd en het naar de boerderij vervoerd moest worden. Met man en macht, paard en wagen, hooivorken en proviand werd er van de vroege morgen tot late avond gewerkt om het hooi op een zorgvuldige manier in de hooiberg te krijgen, met als manager van het geheel de boer.
Pauze in het hooiland
Het ‘voer’ gelegd en opweg naar de hooiberg
De hooiberg wordt gevuld onder supervisie van de boer
Het lijkt allemaal erg simpel, maar een voer hooi moet op een speciale manier gelegd worden in de hooiberg om het eetbaar voor de dieren in de winter te houden. Het spannendste was als er tijdens het proces van gras naar hooi een bui regen was gevallen. Het voer hooi moest toch in de hooiberg gelegd worden, maar de kans op hooibroei was erg groot. De boer bewaakte een aantal dagen dag en nacht zijn hooiberg.
Uit Wikipedia: Hooibroei is de benaming voor een proces waarbij een hoeveelheid hooi of ander organisch materiaal tot zelfontbranding komt. Hierbij kunnen complete boerderijen afbranden. Boeren gebruiken hooiroeden, ijzeren staven die in de hooiberg geschoven worden. Na een uur wordt de roede uit de hooiberg gehaald en aan de temperatuur kan men voelen of er een broeiproces gaande is.
In 1957 werd een ‘voer hooi’ door enkele boeren al per tractor naar de hooiberg vervoerd
Het Laantje van Rip
Voor de boeren in Kethel met hun boerderij midden in het dorp, was het niet vanzelfsprekend dat zij hun land bij de boerderij hadden. In het voorjaar en de zomer was het zeker tweemaal per dag de koeien melken en eventueel bijvoeren, dus lopend met het karretje met melkbussen, melkkrukje, emmers, voer en een goed humeur over het dorp naar het land.
1952 2007
De boer op weg naar het land buiten het dorp, met op de achtergrond de winkel van Piet van Beurden waar hij even stopte om zijn rokertje te halen.
Wat was het makkelijker de naam van het land en het pad er naar toe, de naam van de betreffende boer te geven.
Het ‘Laantje van Rip’ begint bij het einde van het Noordeinde op de splitsing Harreweg en Laan van Spaland. Voor 1945 was het laantje van Rip uitsluitend toegankelijk voor de boeren naar hun weilanden. Na 1945 is er een kolas pad (verhard pad van afval uit de kolenkachel) aangelegd door mensen van de werkverschaffing of wel langdurig werkelozen. Het laantje bestaat nog met haar knotwilgen, maar aan de einder ziet men nu woningbouw.
Verleden
Heden
Noordeinde toen en in 2007
Aangekomen in het laantje moesten de koeien ‘aangehaald’ worden om in de ‘bocht’ gemolken te worden. Dat gebeurde tweemaal per dag, vroeg in de morgen tussen vijf en half zes en ’s middags na de thee, rond een uur of vier. Eventueel een touw om de achterpoten van de koe, om geen schop van de koe te krijgen met als gevolg een emmer melk verloren, het melkkrukje om op te zitten en aan de slag, een kunst apart om met ritmische bewegingen de emmer melk vol te krijgen.
Het handmatig melken van koeien gebeurt niet meer in Kethel, de meeste boeren zijn vertrokken of uitgemolken en genieten van hun welverdiende rust. Bovendien was het te arbeidsintensief, niet altijd hygienisch en de landerijen in Kethel zijn volgebouwd met woningen.
In Midden Delfland zijn overigens nog prachtige landerijen met koeien te bewonderen.
Bezielende schrijvers over dorpen, steden en familie
Een aantal aanraders die in deze rubriek thuishoren:
De Vergelding geschreven door Jan Brokken, een reconstructie van een gebeurtenis uit WOII in Rhoon. Alle boeken van Jan Brokken zijn aan te bevelen. Bekijk zijn website: http://www.janbrokken.nl
Mijn moeder Barbera geschreven door Erna Gianotten, een hommage aan haar moeder.
Zondagsgeld geschreven door Philip Snijder, een kindertijd in het Bickerseiland en De Woonschool geschreven door Christel Jansen, een mislukt experiment in de Haarlemse Parkwijk, website: http://www.christeljansen.nl
Kazernekind geschreven door Marlies Mielekamp in een geschiedenis van een Moluks gezin in Nederland.
Lieve Celine geschreven door Hanna Bervoets, dit boek hoort eigenlijk niet in deze rubriek thuis, maar zo’n ontroerend verhaal en ik ben fan van Hanna Bervoets, dat ik het toch even moet vermelden, de website http://www.lieveceline.nl
Een juweeltje die in deze categorie thuis hoort:
De familieblues geschreven door Yvonne Kroonenberg, herkenbaar en met humor, meer over de auteur www.yvonnekroonenberg.nl
Vakantie 2011 , maar onderstaande juweeltjes kan je ook lezen buiten de vakantie, een paar aanraders:
De winkel van mijn vader, een koopman op Katendrecht geschreven door Simon Rozendaal
Het Knoopjeskabinet geschreven door Edmund de Waal. Een familiegeschiedenis en een kunstverzameling in oorlogstijd zie meer over de auteur www.edmunddewaal.com
Mijn opa was een Duitser geschreven door Alex Dekker
Oorlogsliefde geschreven door Auke Kok, www.aukekok.nl
Ander licht geschreven door Rosita Steenbeek, www.rositasteenbeek.nl
Twee boeken met schitterende familiegeschiedenissen die het vermelden op mijn website meer dan waard zijn
Kloosterkinderen
geschreven door Martine van Rooijen. Martine schrijft de jeugd van haar moeder en tante en vele anderen die verbleven in het wees- en armenhuis aan de West-Kruiskade in Rotterdam, met vele mooie foto’s.
en
Asta’s ogen
geschreven door Eveline Stoel. Weer een heel andere familiegeschiedenis: Asta vertrekt in 1955 vanuit Soerabaja naar het Brabantse plaatsje Oss. Met mooie foto’s en een website www.evenlinestoel.nl
De thrillers en reisboeken zijn weer in de kast opgeborgen en ik heb weer twee schitterende boeken gelezen die op mijn website passen en ik wil ze u van harte aanbevelen:
De vrouw die zegt dat ze mijn moeder is
Een familiegeschiedenis geschreven door Judith Uyterlinde. Een autobiografisch verhaal van een adoptie en de lotgevallen van haar familie in WOII. Kijk ook voor een interview met Judith Uyterlinde op www.youtube.nl
en
Het Babyhuis
Kinderen en ouders door oorlog en honger gescheiden, geschreven door Liefke Knol. Dertien baby’s worden in de hongerwinter vanuit Amsterdam naar Groningen vervoerd en liefdevol opgevangen door vier jonge vrouwen. Zij openen Babyhuis Prinses Margriet. Liefke Knol gaat na 65 jaar de dertien baby’s van toen opsporen en in gesprekken met de mensen na, welke invloed het op hun leven heeft gehad. Kijk ook naar de website www.liefkeknol.nl
Een aanrader: Inmiddels is het maart 2010 en weer een prachtig boek gelezen en het boek past goed in deze rubriek
Tijd van onschuld
een waar gebeurde familiegeschiedenis geschreven door Agnes Klitsie en Jeroen Hoogenboom.
Er is moed voor nodig om een familie geschiedenis te publiceren. Maar het geeft ook opluchting om te kunnen delen en te merken dat je je lezers publiek aan het denken en praten kan krijgen over hun verleden. Kijk ook eens op de website van Agnes: www.agnesklitsie.nl
In de december maand van 2009 komen er vele prachtige boeken uit. Twee wil ik er graag noemen omdat zij betrekking hebben op Kethel en Schiedam.
1.
Een herzien naslag werk van W.P. Rook Het Nieuwe Straatnamenboek van Schiedam en Kethel met daarin ook straatnamen die nooit officieel de straatnaam hebben verkregen. Voormalige straatnamen, locatieaanduidingen en wijkkaarten. Uitgever Post Scriptum. Een boek waar we weer jaren plezier aanbeleven.
en
2.
Schiedamse vertellingen Zuster Keizer, kunt u even komen? Wijkverpleging in Schiedam Oost, 1960-1985. Een boeiend werkend leven van zuster Keizer als wijkverpleegkundige
Auteur Ingrid van der Vlis/Stichting Musis.
Aanrader: Een nieuw boek uit van Astrid van der Star. De titel: Onder Criminelen.
Astrid beschrijft de situatie in het huis van bewaring aan de Noordsingel in Rotterdam Een kijkje in de keuken van de Nederlandse gevangenisbewaarder. Hier leren we dat de Nederlandse gevangenissen geen hotels zijn en dat het werken als gevangenisbewaarder, zeker als vrouw, niet eenvoudig is.
Leesjuweeltjes van de maand april 2009
Hedda Kalshoven-Brester: Ik denk zoveel aan jullie.
Een briefwisseling tussen Nederland en Duitsland 1920-1949. Er is moed voor nodig om een prive briefwisseling tussen een jonge Duitse vrouw, die in Nederland woont met haar Nederlandse man en kinderen, met haar familie in Duitsland uit te geven in een boek met foto’s.
Rik Launspach: 1953
Een prachtige roman over de watersnoodramp in 1953 in Zeeland en Zuid Holland.
Maart 2008 las ik het Pauperparadijs van Suzanne Jansen en zo als het gaat lag het boek van Wil Schackmann nog op de plank om gelezen te worden. Dit boek had eerst gelezen moeten worden voordat ik het Pauperparadijs ter hand had genomen.
De proefkolonie vertelt het levendige verhaal over het ontstaan van de Drentse koloniën die 14 januari 1818 door de Maatschappij van Weldadigheid werd gesticht.
Wil Schackmann heb ik bezielend horen vertellen over zijn onderzoek naar het ontstaan van de proefkolonie en de mensen die er woonden en werkten. Kijk voor meer informatie over de auteur www.wilschackmann.nl en over de proefkolonie www.deproefkolonie.nl
In het laatste deel van de winter lees ik nog wel eens wat boeken gerelateerd aan de Tweede Wereldoorlog, drie bijzondere boeken:
Pauline Broekema: Benjamin. Een verzwegen dood.
Benjamin Heiman Broekema (Warffum, 1904-Auschwitz, 1942), een gepassioneerd mens, slager en schrijver. Socialist, verenigingsman, voetballer en jonge, trotse vader. Zijn verhaal staat voor de geschiedenis van velen.
Sara Young: Wieg van mijn vijand.
Een joods meisje duikt onder in een Lebensbornkliniek. Een bijzondere roman.
Henk van Gelder: De spookschrijver
Het raadsel Jacques van Tol. De eerste druk in 1992 van de spookschrijver trok wegens de vele onthullingen alom de aandacht. De tweede druk in 2002 is geheel herzien. Ik heb alleen de tweede druk gelezen en deze vind ik zeer onthullend.
In januari 2009 werd via mijn website gevraagd waar men boeken of tijdschriften kan kopen over Kethel en Spaland. Onderstaand twee adressen waar het leuk is om eens binnen te lopen en rond te neuzen.
In het bezoekcentrum van de Historische Vereniging Schiedam, Broersveld 140 in Schiedam geopend iedere zaterdag van 11.00 tot 16.oo uur (Vanaf 1 maart 2009 tijdelijk gesloten i.v.m. het betrekken van een ander pand in Schiedam) of kijk eens op de website http://www.scyedam.nl
of
bij boekhandel Post Scriptum, Hof van Spaland 31 in Schiedam Kethel, deze boekhandel heeft ook een eigen website www.postscriptum.nl
Gelezen, november 2008:
Rotterdams Leescadeau 2008: Ysabella, geschreven door Judith Visser. Een Rotterdamse novelle. Een verfrissende jonge schrijfster. Zij debuteerde in 2006 met de roman Tegengif. Ook Judith Visser heeft een eigen website en die mag genoemd worden op mijn website: www.judithvisser.nl
Roman van Gerbrand Bakker, Boven is het stil. Debuut roman uit 2006 en speelt zich af in Noord Holland maar het verhaal zou zich in elke willekeurige landschaps omgeving in Nederland af kunnen spelen. Je zou kunnen spreken van een moderne boerenroman.
Nieuwste aanwinst, november 2008:
‘De kinderen van de tuinder’ geschreven door Kristen den Hartog en Tracy Kasaboski.
Met een eigen website: www.dekinderenvandetuinder.nl
Onderstaand boek (uitgegeven in 2002) had al veel eerder op mijn weblog moeten staan, maar ik kocht het in juni 2008 notabene in de uitverkoop:
‘De Holierhoekse en Zouteveense Polder’ geschreven en met prachtige foto’s door en van Paul Meuldijk.
De rustieke eenvoud van een vergeten gebied in Midden-Delfland, deze zin is gedateerd, want Midden-Delfland leeft.
Paul Meuldijk heeft een interessante website over Midden-Delfland: http://middendelfland.biod.info
Nieuwe aanwinst maart 2008 en een juweeltje
Het pauperparadijs, een familiegeschiedenis, geschreven door Suzanna Jansen, uitgever Balans, www.suzannajansen.nl
Dit boek mag niet ontbreken:
Een uitstapje naar Maassluis
Het psalmenoproer, geschreven door Maarten ’t Hart. Een roman met een zo nauwgezet en accuraat mogelijk verslag van de gebeurtenissen in Maassluis in 1775 en 1776 en de jaren daarna. Maarten ’t Hart heeft hiervoor veel naslag werk gedaan.
Een uitstapje naar Schiedam:
De Brandende Stad, geschreven in 1930 door Daan van der Zee (1880-1969).
‘Chris’ vader had plotseling gedáán gekregen in de branderij van Bertels. Dat schokte het geheele leven van het kleine gezin in de Steenstraat. Reeds een week later had vader Landstra weer ander werk. In een branderij op de Noordvest. En toen verhuisde het gezin naar het hofje aan het eind van de Broersvest, nestelde het zich midden in de stad, waar de ruïne van Mathenesse de heugenis der eeuwen heendroeg door den wijden tijd.
Een bijzonderheid:
Casper van Adel, geschreven door Fenand van den Oever, lente 1940. Een boerenroman die afspeelt in Kethel:
‘Ter hoogte van de Harreweg en omendebij pal bezuiden het Oostveen, daar ligt, breed-uit, Ruimzicht, het boerenspul van Casper van Adel’
Allereerst:
De Nederlandsche Stad- en Dorp-Beschrijver in 204 gravures en 7 kaarten, L. van Ollefen en R. Bakker.
Boeken aanraders
Aanwinst menselijke geschiedenis:
- Zomers met Marieliesel, een adellijke familie in een veranderde wereld, geschreven door nabestaanden van de familie Hövell tot Westerflier, Lietje en Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier, uitgeverij Mouria.
- In betrekking, herinneringen van een dienstmeisje in Rotterdam dat begin 1900 volwassen werd, geschreven door Maria van der Ent.
- Van lief naar lef, een jeugd in de jaren vijftig in Rotterdam, geschreven door Astrid van der Star
- Een kleine wereld, terug naar het dorp van mijn ouders, geschreven door Marga Kool, uitgever Anthos, www.margakool.nl
Maar ook, opsomming in volledige willekeur:
- Hoe God verdween uit Jorwerd, geschreven door Geert Mak (1996).
- Het schrale einde, een reis langs de bedwongen Zuiderzee, geschreven door Bas Sleeuwenhoek.
- De overkant of ook wel De rivier, geschreven door Willem van Toorn, uitgeverij Qurido.
- Voetreiziger, Het wandelboek van Nederland, geschreven door Gerard van Westerloo, uitgever De Bezige Bij.
- De vader, de moeder en de tijd, geschreven door Marijke Hilhorst, uitgeverij Meulenhoff.
- Het zwijgen van Maria Zachea, geschreven door Judith Koelemeijer.
- Jantje, geschreven door Philip Freriks, www.philipfreriks.nl
- Vrouw in de schaduw, geschreven door Dorinde van Oort, uitgever Cossee.
- Alleen met velen, het verhaal van mijn moeder, geschreven door Gerarda Mak, uitgever De Boekerij, www.gerardamak.nl
- Sonny Boy, geschreven door Annejet van der Zijl, www.annejetvanderzijl.com
- Mijn vader vond het mooi geweest, geschreven door Frits Abrahams.
- Altijd roomboter, geschreven door Nelleke Noordervliet.
- Een jongen van het dorp. Honderd jaar Ingen, een dorp in de Betuwe, geschreven door Chris van Esterik.
- De woede van Abraham, De onweerstaanbare bastaard en Het schandaal, geschreven door Conny Braam, een historische familie triologie die afspeelt in Breesaap. Breesaap moest wijken voor het Noordzeekanaal. Meeslepende boeken over liefde, uitbuiting en verzet tegen de achtergrond van een vergeten episode in de vaderlandse geschiedenis.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.